De longlist Debutantenschrijfwedstrijd 2019|2020

Greetje - fictie

Normal 0 false false false EN-GB X-NONE X-NONE /* Style Definitions */ table.MsoNormalTable {mso-style-name:"Table Normal"; mso-tstyle-rowband-size:0; mso-tstyle-colband-size:0; mso-style-noshow:yes; mso-style-priority:99; mso-style-parent:""; mso-padding-alt:0cm 5.4pt 0cm 5.4pt; mso-para-margin-top:0cm; mso-para-margin-right:0cm; mso-para-margin-bottom:8.0pt; mso-para-margin-left:0cm; line-height:107%; mso-pagination:widow-orphan; font-size:11.0pt; font-family:"Calibri",sans-serif; mso-ascii-font-family:Calibri; mso-ascii-theme-font:minor-latin; mso-hansi-font-family:Calibri; mso-hansi-theme-font:minor-latin; mso-bidi-font-family:"Times New Roman"; mso-bidi-theme-font:minor-bidi;}

Een reis in de trein - Greetje Groenendaal

Ik heb een nieuw armbandje. Het is prachtig, steeds 7 blauwe kralen, dan 7 roze, dan weer 7 blauw. Ik kan ze al zelf tellen. Schuif ze een voor een, een stukje op, "1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 blauwe". "1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 roze", zo ga ik de armband rond. De armband heb ik gekregen van tante Audrey voor mijn verjaardag. Er zat ook een ketting bij, die draag ik ook. Nu tel ik de kralen van de ketting. "1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 blauwe, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 roze". Oh jee, wat nu, de ketting is los, de ketting is kapot! Hij is kapotgetrokken, mijn ketting. In mijn handen zie ik twee losse eindjes. Ze zijn een beetje vaag, want mijn ogen worden nat. Waar is tante Audrey?

"Doe maar rustig", zegt de vrouw op het bankje tegenover me. Ik maak die ketting wel weer voor je vast. Het sluitinkje is gewoon losgegaan. Ik doe eventjes je haren opzij hoor. Zo, hij zit weer vast.

Ze lacht lief naar me, de vrouw. Er zitten kuiltjes in haar wangen, net als bij Kim. Eigenlijk lijkt ze wel een beetje op Kim, ook van die blonde krulharen en dezelfde blauwe ogen, maar dit is echt al een mevrouw en Kim is natuurlijk nog klein.

"Kim mag vandaag niet mee", vertel ik de vrouw. Wij gaan naar de dierentuin, tante Audrey en ik, want ik was jarig en Kim niet. Daarom mag ik mee naar de dierentuin en Kim niet. We gaan helemaal met de trein. De vrouw zegt niks meer. Ze glimlacht nog wel. Ook haar glimlach is hetzelfde als die van Kim. Maar dan niet Kims normale glimlach. Het is meer dezelfde glimlach als Kim heeft als ze gevallen is en niet wil huilen.

Buiten zie ik schapen, koeien, molens, alles schiet voorbij. Ik kan mijn ogen niet zo goed openhouden.

De trein schommelt, ik schrik wakker. De plek naast mij is leeg. Waar is tante Audrey nou? Mijn benen wiebelen op en neer. Zou ze naar de wc zijn? Waar blijft ze nou? Straks zijn we bij het station en dan is ze er niet. Ik duw me een beetje omhoog. Nu kan ik de deur goed zien. Oh ja, daar beweegt iets, het zijn de grijze haren van tante Audrey, ze komen door de deur. Als tante Audrey dichterbij komt, leun ik weer een stukje achterover. "Audrey, tante Audrey", hier zit ik.

Tante Audrey kijkt niet naar me. Ze kijkt naar het andere raam, weg van mij. Haar jas veegt over de stoelleuning en ze loopt door. "Audrey, tante Audrey", roep ik weer. Ze heeft me niet gezien. Ik moet naar haar toe. Met mijn handen duw ik op de bank om op te staan. Waarom kan ik niet gaan staan? Ik duw nog harder. Het lukt niet. Mijn benen doen het niet. Alleen de bovenste plukjes haren van tante Audrey kan ik nu nog zien. Ik duw en duw maar. Mijn billen komen een stukje van het bankje af, maar het is te zwaar, ik val weer neer. Ik knipper met mijn ogen, flink zijn, geen tranen in de trein.

De vrouw tegenover me heeft mijn schouders vastgepakt. Rustig wrijft ze met haar handen over mijn bovenarmen op en neer. Ze komt naast me zitten. "Stil nu maar, rustig, er is niks aan de hand". Ik ben bij je, mam. We zijn vandaag samen bij het graf van Kim geweest en nu zitten we weer terug in de trein".

Ik kijk naar haar ogen, de krullen en kuiltjes. Ja, nu zie ik het weer. Dit is Anne, mijn mooie dochter Anne. Ze kijkt naar me met een treurige blik. Mijn schouders schokken op en neer. Anne trekt mijn hoofd tegen zich aan. Ik wil niet huilen bij haar, maar ik kan niet stoppen. Tranen lopen langs mijn hals naar beneden. Ik ben het weer kwijtgeraakt. Mijn gedachten en deze wereld, ze blijven niet bij me, hoe ik het ook probeer. Anne, mijn lieve Anne, hoe kan ik je nou vergeten. “Stil nu maar”, zegt Anne. Ze veegt mijn tranen van mijn gezicht, zoals ik zoveel tranen van haar gezichtje heb geveegd. Langzaam ga ik overeind zitten.

Buiten verdwijnt het weiland en komen er huizen en speeltuinen. We zijn er bijna. Op het bankje schuif ik heen en weer. Naast me zit een vrouw. "Kim mag vandaag niet mee", vertel ik de vrouw. “Wij gaan naar de dierentuin, tante Audrey en ik, want ik was jarig en Kim niet. Daarom mag ik mee naar de dierentuin en Kim niet. We gaan helemaal met de trein.”


Feedback

Goed vertelde treinreis